L’Iséran wordt ook weleens de zeldzame parel van de Tour genoemd, slechts 8 keer werd deze klim met zijn top op 2770 m hoogte opgenomen in de Tour.
In 1938 werd de col een eerste keer opgenomen in het Tour-parcours, na afwerking van de weg over de col. Ook het daaropvolgende jaar werd een tijdrit op de col georganiseerd. 1959 werd het jaar waarop Louison Bobet van zijn fiets stapte en adieu zei aan de Tour, een wedstrijd die hij 3 keer gewonnen had (1953, 1954, 1955). Verder passeerde de Tour in 1963, 1992 en 2007.
In 2019 vormde de top opnieuw het dak van de Tour in een korte maar krachtige rit.
De Col de l’Iséran (Rhône-Alpes) is vanuit de Tarentaise-vallei en Bourg Saint-Maurice, één van de langste beklimmingen van Frankrijk. Het zijn vooral de laatste kilometers die zwaar zijn, dit vanwege de lengte van de klim, 48 kilometer, maar ook door de frisse wind die hier bijna altijd staat.
Je kan de beklimming onderverdelen in 4 delen :
- De eerste 9 kilometer zijn enigszins vlak, ideaal om geleidelijk in uw ritme te komen. Hou wel rekening met de eerste 2 km tot Séez, met een piek tot 8%.
- Het tweede deel is meer dan 15 km lang met een gemiddeld stijgingspercentage van 6%. De helling loopt vrij gestaag op met een piek van 8 en 9% over slechts enkele kilometers. De weg passeert enkele dorpen.
- Eenmaal aangekomen ter hoogte van het Lac du Chevril met de stuwdam van Tignes – de hoogste dam van Frankrijk versierd met de grootste muurschildering ter wereld, kan je op souplesse rijden en wordt de weg zelfs vlak over 7 km. Tijd om even op adem te komen. Na de diverse lange en donkere tunnels (misschien toch best een fietslicht meenemen) arriveer je in Val d’Isère op +/- 1800 m hoogte.
- De laatste 17 km, met hellingsgraad van 5 tot 8%, rij je door een schitterend landschap. De klim start reeds in het centrum van Val d’Isère. Ondanks de geringere stijgingspercentages, begint de vermoeidheid van de lange klim begint te vinden, Het merendeel van de laatste 10 kilometer haalt ruim 7% en de laatste twee méér dan 8%.
Deze col opent meestal vrij laat door zijn grote hoogte geteisterd door sneeuw of smeltende sneeuw. Begin juni heb je nog steeds grote kans dat je voor een gesloten klim staat. In 1996 werd de etappe tussen Val d’Isère en Sestrière met 3/4 ingekort omwille van overvloedige sneeuwval in volle zomer.