Wat een schitterende presentatie van de 106de Giro d’Italia !
Het is duidelijk dat de winnaar van deze Giro méér allrounder zal moeten zijn dan een pure klimmer. De opvolger van Jai Hindley zal eerder een tijdrijder moeten zijn die ook stevige beklimmingen aankan.
Drie tijdritten dus. De Grande Partenza is goed voor een proloog van 18,4 km langs de Costa dei Trabocchi aan de Adriatische kust. De 9e etappe is een vlakke tijdrit van 33,6 kilometer van Savignano al Rubicone naar Cesena, voor de echte specialisten. De laatste, op de voorlaatste dag, is de zwaarste met de beklimming van de Monte Lussari van 7,5 kilometer. Daarin zitten stukken met een stijgingspercentage van 22 procent.
In de slotweek krijgen de wielrenners ook nog 3 zware bergetappes aangeboden. Na de 2e rustdag volgt de rit van Sabbio Chiese naar Monte Bondone. De 18e etappe, op donderdag 25 mei, is een bergrit van 160 kilometer van Oderzo naar Val di Zoldo. Een dag later is de laatste etappe voor de klimmers, van Longarone naar Tre Cime di Lavaredo, met onder meer de beklimmingen van de Passo Giau, de Passo Tre Croci en de steile slotklim.
Rome is voor de 5e keer de laatste aankomstplaats in de Giro.
Een overzicht :
- Drie individuele tijdritten, waaronder een klimtijdrit op de voorlaatste dag.
- vier tot zes sprintkansen,
- vijf à zes heuvelritten en
- zeven officiële bergritten.
- zeven aankomstbergop
- Cima Coppi : Grote Sint-Bernhardpass op 2469 meter hoogte