Vier alternatieve sporten om je conditie te onderhouden

In de winter is het niet altijd een pretje om de weg op te trekken voor een training. Toch is het nodig om in die donkere periode bezig te blijven en zo de basis te leggen voor een goed wielerseizoen. Als je de koersfiets niet ziet zitten kan je nog altijd je mountainbike of crossfiets nemen maar als het weer echt te slecht is, is het beter om binnen te blijven en geen risico’s te nemen want als je ziek wordt, kan je nog veel meer trainingskilometers verliezen. Hier geven we vier mogelijkheden om je in de winter bezig te houden.

–          Wat nog het meest de buitentraining op de koersfiets benadert zijn trainingssessies op de rollen. Je plaats je koersfiets erop en begint te rijden. Daarbij is Tacx de bekendste rollenproducent. Maar iedereen weet het, een sessie op de rollen kan flink tegensteken. Daarom ontwikkelde Tacx een aantal systemen om die trainingen aangenamer te maken: weerstandsaanpassingen om gerichter te trainen , computerprogramma’s met simulaties van echte ritten tot zelfs mogelijkheden om vanuit je eigen huiskamer te koersen tegen andere Tacx-gebruikers… Het kan allemaal.

–          Minder eenzaam zijn spinningsessies.  Dat zijn lessen in groep met opwindende muziek en vooraan een lesgever die bevelen uitdeelt. Elke spinningfiets heeft een weerstandsknop die je kan instellen naargelang je eigen hartslag. Je traint dus wel in groep maar iedereen bepaalt individueel hoe zwaar het mag zijn.

–          X-biken, dat is de mountainbikeversie van spinning. Waar spinning nog vooral bedoeld is om de beenspieren te ontwikkelen, doet x-biken dat met het volledige lichaam. Er is immers ook aan het stuur een mechanisme dat pompende bewegingen van links naar rechts maakt waardoor ook het bovenlichaam getraind wordt. Hier heb je dus twee weerstandsknoppen aan de fiets.

–          Fitness: er wordt wel eens gezegd dat een wielrenner enkel onderaan goed ontwikkeld is. Dat het bovenlijf niet overeen komt met de getrainde beenspieren. Dat klopt natuurlijk voor een stuk wel. Toch is het ook voor een coureur belangrijk die bovenspieren te oefenen.

Naast de traditionele fitnesstoestellen met gewichten zijn er nog andere mogelijkheden zoals ‘Body Balance’. Via evenwicht- en rekoefeningen brengt de lesgeefster aan een groep bij hoe je de lichaamshouding kan verbeteren. Iets wat je een betere positie op de fiets moet opleveren en wat bijvoorbeeld de rugspieren gevoelig versterkt.

 

Bron: Grinta! 4

Tekst:

Mijn schijfremmen maken een piepend geluid wanneer ik de wielen heel zacht in beweging breng. Hoe los ik dat op?

Het schijfremsysteem voor mountainbikes is eigenlijk een afgeleide van het remsysteem bij auto’s en motoren. Ook daar zul je merken dat die weliswaar dikkere remschijven lichtjes tegen de wielen aanschuren. Maar eenmaal de auto of moto op snelheid voel je daar niets meer van.

Bij de mountainbike zijn de remschijven veel dunner. Ondanks de sterkte van dat metaal kan er een plooi of deukje in komen als je hapert aan rotsblokken of boomwortels, waardoor de schijf niet 100 % plat meer is.

Ofwel is de remschijf net niet helemaal in het midden afgesteld. Draai dan de twee vijzen los, trek je remhendel goed aan, zodat de schijf op dat moment zeker in het midden zit. Span vervolgens de inbusvijzen weer aan, steeds met de rem dichtgeknepen. Als je dan loslaat en het wiel eens vrij laat draaien zou dat licht gepiep of gesleep moeten verdwenen zijn. Tenminste als de schijf nog volledig onbeschadigd is. In tegenstelling tot auto’s of moto’s mag bij uw mountainbike een goed afgestelde remschijf dus geen piepend geluid maken. Toch zal het verlies aan ‘loop’, indien het wel piept, maar minimaal zijn van zodra je snelheid maakt.

Bron: Grinta! 9
Tekst: Kurt Titeca

Hoe geraak je af van het gekraak van een zadel?

Een te droge zadelpen in de buis kan speling en onaangenaam gekraak veroorzaken. Mogelijk kan je wat siliconenspray in de zadelbrug spuiten. Dat is een tijdelijke oplossing. Soms is de zadelpenbout los gekomen. Of zijn de tandjes waarmee je het zadel meer naar voor of naar achter plaatst een beetje versleten. Haal sowieso regelmatig de zadelpin uit de zadelbuis. Gebruik het juiste middel om te smeren. Carbonpasta voor carbon, alu-smeermiddel voor aluminium zadelbuizen.

Met carbon zadelpennen bespaar je natuurlijk wat gewicht en het oogt ongetwijfeld mooi. Maar aluminium blijft betrouwbaarder en voor de recreatief fietser is dat toch belangrijk. Een momentsleutel helpt daarentegen wel om de zadelpin goed vast te maken in de zadelbuis. Te grote spanning is zonder meer gevaarlijk. Als het carbonmateriaal dan breekt…

Andere oorzaken van vervelend gekraak vinden we bij een achterpat die los is komen te staan. Idem wat de achteras betreft. En tot slot kan een los gekomen boutje aan de voorbladen eveneens voor enerverend lawaai zorgen.

Bron: Grinta! 10
Tekst: Kurt Titeca

Leve de zoemende ketting!

Zéér belangrijk onderdeel van elke fiets: de ketting. In de winterperiode (modderwater, strooizout, …) ziet dit elementaire fietsonderdeel enorm af.

Het is geen pretje om in koude weersomstandigheden achteraf nog veel poetstijd te stoppen in een stukje materiaal dat de volgende keer toch weer smerig is. Maar het bewustmakingsproces is al flink gevorderd. Wanneer moet je een ketting met druppels olie behandelen en wanneer met een spuitbus? Of maakt het allemaal niet zo’n verschil uit?

Voorts is er natuurlijk een onderscheid tussen de ketting van de koersfiets en die van de mountainbike. Laatstgenoemde heeft het altijd hard te verduren. Bij droog weer zal opstuivende aarde voor verdroging en tandengeknars zorgen. In ploeterweer hoeven we er geen tekeningetje bij te maken hoezeer modder en water de smeerolie verdrijven. Laat hem opnieuw zoemen, die ketting!

Tekst: Kurt Titeca

Ketting reinigen

Om de ketting van een mountainbike perfect te reinigen, haak je de ketting beter los zodat je hem van de fiets kunt nemen. Vervolgens in een emmer zeepsop (Dreft is best oké, ondanks alle dure en speciale kettingreinigers die op de markt zijn) met aangepast borsteltje poetsen. Nadien droogblazen of met doek drogen en weer opleggen door de bewuste schakels weer in elkaar te haken.

Een handige tip is de ketting inoliën met teflonspray. Niet te veel, streel met je handen over de ingeoliede ketting. Je mag niet veel olie aan de handen hebben. Laat de ketting na het inoliën flink wat toeren draaien rond de tandwielen en schakel tussendoor naar hartenlust zodat ook op alle tandwielen een beetje olie ligt.
Nog één tip voor de natte en bemodderde MTB-tochten: spuit voor de start een siliconenspray op de ketting. Dat werkt waterafstotend en laat de modder nadien makkelijker loskomen. Met gewone kruipolie gaat de modderbrij immers aankoeken en krijg je al gauw een vette en vieze ketting. Krakend naar de finish en lastiger poetswerk achteraf!

Tekst: Kurt Titeca

Ketting versleten ?

Allemaal goed en wel, maar slijtage is zelfs met de beste zorgen onvermijdbaar. Hoe merk je dat een ketting zijn beste tijd heeft gehad? Er bestaat een kettingmeter om de slijtage te zien. Maar je kan ook zelf kijken door de ketting weg te trekken van het voorste tandwiel. Trek hem horizontaal in de richting van het voorwiel van het tandwiel weg. Als de ketting vervolgens weer perfect aansluit is hij nog in orde. Kan je hem zomaar van het tandwiel wegtrekken zonder dat hij als het ware terugveert, dan is hij aan vervanging toe. Let ook even op de tandjes zelf van het tandwiel. Zijn die te hoekig, te scherp? Dan is ook dat kettingblad versleten.
Met een mountainbikeketting kan je ongeveer 1.500 km doen als je in de modder én op de weg rijdt. Als je enkel op de weg rijdt, zal hij natuurlijk veel langer mee gaan. Maar sowieso doet ook het al dan niet goed onderhouden van die ketting veel aan de levensduur. Een tip om te besparen op toekomstige uitgaven. Werk met twee kettingen en wissel die om de 750 km af. Zo kun je de gelijktijdige vervanging van de tandwielen achteraan uitsparen. Dan kan je gerust 2.500 à 3.000 km doen met dezelfde pionnen of kettingbladen.

Tekst: Kurt Titeca

10 tips om je te beschermen tegen de zon

Hitte is een vijand van de fietser. De beste oplossing is ’s morgens vroeg op pad te gaan en, van zodra het kwik boven de 30 graden Celsius klimt, een schaduwrijk terrasje op te zoeken. Maar je kunt je natuurlijk ook zo goed mogelijk wapenen tegen de zon. Hierbij tien tips.

1. Bescherm je huid!
Kies een geschikte zonnecrème. Al moet je beseffen dat ook mét zonnemelk langdurige blootstelling tussen 11 en 15 uur in principe te vermijden is. Huidkanker, vroegtijdige rimpelvorming, … Of gewoon (nou ja) een zonneslag als rechtstreeks gevolg van UV-bestraling. Dat wordt aansluitend geen leuke nacht! Hoe zit het trouwens met de beschermingsfactor? Beschermingsfactor 5 betekent dat 80 % van alle zonnestralen worden tegengehouden. Beschermingsfactor 20 houdt 95% tegen, 50 staat voor 98 % bescherming. Kies een waterbestendige zonnemelk zoals zwemmers of surfers. Tijdig aanbrengen is ook wenselijk, want als je die op de huid te kort voor de start aanbrengt, is die nog niet voldoende ingedrongen en ga je juist daardoor extreem snel zweten. Of is dat de zonnemelk die er zo weer uitvloeit? Vervelend is het in elk geval als het vocht zo over je hoofd drupt.

2. Bescherm je ogen!
Een goede zonnebril is er niet louter om er cool uit te zien. UVA, UVB worden in tegenstelling tot UVC niet door de aardse atmosfeer tegengehouden. Cataract is een mogelijke oogziekte als gevolg van blootstelling aan te veel UV-licht. Kies dus altijd voor lenzen die 100 % filteren. UV 400 is overigens de best mogelijke bescherming. En neen, de kleur van de glazen is hierbij niet van tel. Wie ouder is dan vijftig krijgt bovendien geleidelijk minder licht binnen, simpelweg omdat de pupil dan iets verkleint. Te donkere glazen zijn dan helemaal uit den boze.

3. Hoofddeksel verplicht!
Of het nu een valhelm is dan wel een klassiek wielerpetje, je hoofd in het algemeen en hersenpan in het bijzonder dreigen gaar gekookt te worden indien de zon er vrij spel op krijgt. Kleur speelt hier wel een rol: kies bij voorkeur voor wit of een andere warmteweerkaatsende, lichte kleur. O ja, zoals de Tourrenners fris water over je hoofd kappen is niet slecht, maar pas ook hier op voor ijsgekoeld water, want dergelijk sauna-effect in volle fietsinspanning jaagt de hartslag nog wat meer de hoogte in. Ook een nat washandje of sponsje in de nek kan voor soelaas zorgen. Wedstrijden op een circuit laten toe dat verzorgers de renner elke ronde een nieuwe frisse spons kunnen toestoppen. Weet alvast dat zonder bijkomende afkoeling en hoofdbescherming de lichaamstemperatuur tot ruim 40° C kan oplopen. Een koorts die de dood tot gevolg kan hebben als het tevens met dehydratatie gepaard zou gaan.
Tip: er bestaan verfrissende oliën die de spieren kunnen afkoelen, net zoals het omgekeerde wordt toegepast in koud weer.

4. Voeten als hete kolen!
Oververhitte voeten mogen dan eerder bij wandelaars voor komen, ook de fietser kan het vuur onder de zolen voelen branden. Kies de juiste zomerschoenen, zodat je onderweg niet moet stoppen met trappen! Talkpoeder is een klassiek paardenmiddel en werkt nog altijd beter dan sprays of zalfjes.

5. Bloot bovenlijf = not done!
Tja, de macho’s onder ons die met ontblote torso Alpe d’Huez te lijf gaan… Ze zijn niet goed bezig. Ook vestimentair zijn er immers een paar vuistregels van toepassing. Niet enkel ter bescherming van de huid maar ook omdat je, door het hevig transpireren (en zeker in een afdaling) ongewenst flink kan afkoelen. Gevolg: een luchtwegeninfectie in volle zomer! Kies daarom voor kledij die als een tweede huid om je zit en die het zweet opneemt zodanig dat het lichaam fris en droog blijft aanvoelen, ook in volle afdaling. De klassieke krant is een blijver onder de Tourrenners alvorens ze zich van de top terug naar het dal storten.

6. Drink voldoende!
De beste manier om na of – erger nog – tijdens de fietsinspanning van je stokje te gaan wegens de hitte is een combinatie van een oververhit lichaam en dehydratatie. Wetende dat je tot 2 liter lichaamsvocht per uur kunt verliezen is één enkele bidon naar de top van je geliefkoosde col meezeulen vragen om problemen. Uiteraard mag je je prestatie dan al snel vergelijken met het ravijn naast je. Drink regelmatig (om de vijf minuutjes) en geen te grote slokjes in een keer (een mondvol per tankbeurt). Die tussenpozen voel je automatisch aan een droog wordende mond. Een heel blikje of bidon in een keer binnenkappen is vooral nefast voor de maag als dit tijdens de inspanning gebeurt. Bovendien gaat dit met een verlies aan rendement gepaard, want het lichaam zal te veel drank ineens niet goed opnemen en welhaast meteen via het eigen verdampingssysteem (zweten dus) weer kwijt spelen. In Grinta! 01 en 02 (vorige jaargang) werd uitvoerig ingegaan op de soorten sportdrank en het belang van de nodige suikers en aminozuren. Puur water mag in geval van extreme hitte overigens best als aanvulling worden gebruikt. Het helpt ondermeer de lichaamstemperatuur dalen. Omdat eten tijdens bijzonder warme dagen niet zo vlot lukt, is vloeibaar voedsel (de gels dus) onontbeerlijk. IJsgekoeld drinken is dan weer vragen om buikloop. Een fabeltje is dat je extra veel zout zou moeten opnemen ter voorkoming van het verlies van al dat zweetzout. Niet dus, want zout ontneemt het lichaamsvocht nog sneller. Normaal is in een geschikte sportdrank voldoende sodium aanwezig.

7. Gun je lichaam een aanpassingstijd
Niets zo lastig en gevaarlijk voor het lichaam als een bruuske weersverandering. Na een langdurige koude periode is een plotse hittegolf des te gevaarlijker. Het organisme heeft nu eenmaal graag een aanpassingsperiode nodig. Vergelijk het met de geleidelijke overgang naar grote hoogte zoals bergbeklimmers (en soms ook wielrenners) plegen te doen. Maar in de realiteit gebeurt dikwijls het omgekeerde: je hebt al dan niet ijlings de koude en natte zomer van de Lage Landen ontvlucht en in jouw zuiders vakantieoord wil je uiteraard maximaal fietsgenot najagen. Dus, nauwelijks de koffers uitgepakt, of je vliegt, door de Tourkoorts aangestoken, die eerste Pyreneeëncol omhoog. Zeker op de Mont Ventoux is de zomerse hitte verraderlijk en zelfs levensgevaarlijk. Deelnemers aan de Marmotte of Dolomiti (Superbike of wegmarathon) kunnen maar best een week op voorhand afreizen en daar de specifieke slottraining in dezelfde omstandigheden afwerken. Intensieve kliminspanningen beperk je de eerste paar dagen best tot een kwartiertje. Zodra je voelt dat je vlot 3-4 uur aan kan in de hitte, mag je jezelf als ‘geacclimatiseerd’ beschouwen. Let overigens niet te veel op een vergelijkend fietsgevoel of prestatie in geval van frisser weer. Ook de andere fietsers zullen de gevolgen van de hittegolf ondervinden. En dan maar hopen dat het weer op de grote dag niet omslaat!

8. In alle omstandigheden… warming-up!
Gehoord van een deelnemer aan Tilff-Bastogne-Tilff dit jaar: had zich wat laten meeslepen door een te hoog groepsgemiddelde in de aanvangsfase waarna hij plots een klop van jewelste kreeg toen het echte klauterwerk eraan kwam. Hij was nochtans goed getraind en dacht perfect voorbereid te zijn na eerder de Ronde van Vlaanderen en de Grinta! Challenge vlot verteerd te hebben. De oorzaak van zijn appelflauwte? Niet opgewarmd en te snel diep geweest. Zeker als je geen vijfentwintig meer bent moet je rekening houden met een opwarmingsfase die vooral de bloedcirculatie betreft. Sommigen zijn van nature diesels en weten dit gelukkig ook meestal. Ofwel verschuilen die zich aanvankelijk in de buik van het peloton. Of, indien ze alleen fietsen, gaan ze rustig van start aan maximum 90 toeren per minuut om het hart niet af te jakkeren. Wie een cyclosportieve wedstrijd rijdt en volledig opgewarmd wil starten, kan maar beter vanaf drie kwartier voor de start in 3 fases vijf minuutjes de 90-toeren-per-minuut-regel toepassen. Daarbij ook nog eens een paar flinke slokken en pas na de opwarming de trainingsoutfit inwisselen voor het koerspakje (of jasje uit). Wist je trouwens dat sommige toptijdrijders zich soms zelfs al een tot twee uur in het zweet hebben gereden voor hun daadwerkelijke chrono neer te zetten?

9. Vermijden: oververhitte motor!
Wie 30 km/uur rijdt aan hartslag 140 op het vlakke, mag alvast een dozijn slagen hoger incalculeren in geval van hittegolf. Je gaat met andere woorden veel sneller in het rood als het warm is. Barstende hoofdpijn achteraf kan hiervan het gevolg zijn. Wie met de hartslagmeter op fietst, kan bij een plotse vreemde stijging van zijn hartslag het verschijnsel ‘oververhitte motor’ herkennen. Bijkomend hydrateren, desnoods even de schaduw opzoeken en vooral: geen gekke dingen meer doen!

10. Doseer je inspanningen!
Als besluit geldt tijdens hittedagen één simpele stelregel: doseren en nog eens doseren. Temper je aanvalslust. Besef dat je, in tegenstelling tot de profs, niet door een of meer volgwagens voortdurend wordt bevoorraad en verfrist. En benut elk plekje schaduw waar je langs komt!

Bron: Grinta! 7
Tekst: Kurt Titeca

Naira Quintana, een rasklimmer ?

Nairo Quintana is één van die renners die zich in het klimmen onderscheiden van de rest van de renners door zijn aangeboren talent, hij lijkt de meest getalenteerde renner op dit vlak.

De 26-jarige Colombiaan kon in de voorbije Tour nooit aanspraak maken op de eindzege en viel herhaaldelijk door de mand. Maar wat hij nu toont in de Vuelta is oogstrelend.  Constant alert, mee in een ontsnapping en constant in de aanvalslinie om zijn rechtstreekse concurrenten, vooral Froome dan, af te schudden.  Hij is beresterk.  Is dit de echte doorbraak van de rasklimmer ?

Vaak gaat klimmen ook om mentale weerbaarheid.  Misschien ontbrak het Quintana daar wel aan.  Geloofde hij een tikkeltje te weinig in zichzelf ?

Quintana is geboren en opgegroeid in het Andesgebergte met zijn ouders, twee broers en twee zussen. Als kind kampte hij met een mysterieuze ziekte waardoor zelfs voor zijn leven werd gevreesd. De arts behandelde Quintana met een elixer, gebrouwen op basis van inheemse plantenextracten. Zijn schooltijd bracht hij 32 kilometer verderop in Arcabuco door. Met een oude mountainbike legde hij deze afstand af met op de terugweg 14 kilometer bergop.

In 2006 werd hij als belofte aangereden door een taxi waardoor hij vijf dagen lang in het ziekenhuis moest verblijven. Na zijn kampioenstitel tijdrijden bij de beloften in Colombia in 2009, sloot hij in 2010 aan bij wielerploeg Café de Colombia en behaalde in dit jaar 2 etappezeges en de eindzege in de Ronde van de Toekomst.

Vanaf 2012 rijdt hij voor Team Movistar. Quintana verhuisde naar het Baskische Pamplona waar hij een appartement deelt met landgenoot Rigoberto Uran. In dat jaar brak hij door met een ritzege in het Critérium du Dauphiné en etappezeges en eindoverwinningen in de Ronde van Murcia en de Route du Sud.

Het jaar 2013 was het jaar van de grote doorbraak bij de elite met een eindzege in de Ronde van het Baskenland en een tweede plaats in de eindklassering in de Ronde van Frankrijk. Als debutant won hij er de twintigste etappe met aankomst in Annecy-Semnoz: in de laatste kilometers reed hij op de Semnoz, een col van de buitencategorie, weg van zijn medevluchters Chris Froome en Joaquim Rodríguez en verdrong zo in het eindklassementAlberto Contador van de tweede plaats. Deze etappezege bracht hem bovenop zijn witte trui ook de bolletjestrui, waarmee hij beduidend beter presteerde dan zijn kopman Alejandro Valverde, die door pech in de dertiende etappe tien minuten had verloren en in het klassement uiteindelijk achtste eindigde. Bij terugkomst in zijn thuisland bracht hij een bezoek aan de Colombiaanse president Juan Manuel Santos.

In 2014 kwam dan de grote winst, eindwinst in de Giro voor Mollema en Rodriguez. Hij greep de macht in de sneeuw tijdens een bergrit over de Paso de Gavia en de Stelvio.
2015 stond in het teken van de Tour, maar het werd al gauw duidelijk dat het een maat voor niets werd.  Hij stond al gauw op een onoverbrugbare tijd van Froome, en hoe hij ook probeerde, hij kon deze achterstand nauwelijks indijken.  Ook 2016 werd een teleurstelling in de Tour.

Kopje koffie ?

De meningen over de positieve of negatieve effecten van koffie, en dus cafeîne, lopen nogal uiteen.

Heel wat studies zijn het erover eens dat cafeïne een prestatiebevorderend effect bij diverse duursporten, zoals lopen, fietsen, langlaufen, roeien en zwemmen.  De inspanning kan langer worden volgehouden bij een zwaardere belasting (en dus hogere snelheid) en de intensiteit van de inspanning (het maximale vermogen) ligt hoger, waardoor een bepaalde inspanning op kortere tijd kan uitgevoerd worden.

Een kop koffie heeft een positief effect op de bloeddoorstroming, wat dan weer voor méér zuurstof zorgt.  Méér zuurstof is beter sporten.  Ook na het sporten kan koffie een rol spelen, cafeïne verbetert namelijk de opnamen van koolhydraten en de omzetting in glycoceen, de suikervoorraad van de spieren.  Zorgen voor een betere energie-reserve, betekent dat je volgende keer ook beter en langer kan sporten.

Pure cafeïne in capsules, tabletten of poedervorm heeft een sterker prestatiebevorderend effect dan koffie of andere dranken.

Aan de Universiteit van Reykjavik werd dan weer ontdekt dat dit effect miniem is, zelfs te verwaarlozen.  Bij topsporter kan dit misschien het kleine verschil maken, maar wat is de wielerliefhebber er dan mee gebaat ?  Cafeïne werkt ook niet bij iedereen. Het effect varieert. Bij sommige mensen is zelfs een negatief effect gemeten.  Bovendien wijst men op enkele neveneffecten, zoals verslaving aan de cafeïne en enkele nadelen zoals slapeloosheid, futloosheid en soms zelfs hoofdpijn.  Gewenning kan er voor zorgen dat men steeds een hogere dosis nodig heeft om hetzelfde effect te bereiken.

Koffie heeft absoluut geen nadelig effect op de vochtbalans, ook niet van sporters.

Al geven alle onderzoekers toe dat het effect van cafeïne heel moeilijk te isoleren en dus te onderzoeken is, houden wij het misschien beter bij onze dagelijkse hoeveelheden ?   Wij hebben het alvast nodig om wakker op onze fiets te stappen voor een ochtendrit.