Een racefiets en mountainbike hebben zich door de jaren heen ontwikkeld tot een geheel van hoogwaardige technologie en materialen, en blijft die ontwikkeling zich doorzetten. Computermodellen en aerodynamica stellen steeds nieuwe eisen aan de fietsmodellen, de fietsen zijn geëvolueerd naar juweeltjes van elegantie en performantie.
Derailleur:
- Achterderailleur
- Voorderailleur
Balhoofd:
- Stuurbuis.
- Balhoofd. Gedeelte (bestaande uit lagers) waarmee de voorvork in de balhoofdbuis draait.
- Spacer.
- Balhoofdlager
Cassette :
- Achtertandwielen; meestal bestaande uit 10 of 11 bladen.
Crankset :
- Trapas.
- spin.
- crank. Verbindingsstuk tussen trapas en de pedalen.
- pedaal. “Trappers”, verbinding tussen de schoenen en de cranks.
Frame :
- Zadelbuis.
- Staande achtervork.
- Liggende achtervork.
- Bovenbuis.
- Balhoofdbuis. Deel van het frame waar de voorvork doorheen loopt.
- Onderbuis.
- Voorvork. Tweebenig onderdeel waar het voorwiel in vastgeklemd zit. Staat via het balhoofd in verbinding met het frame.
- Derailleurpad. Onderdeel op het rechter uiteinde van de achtervork waar de achterderailleur aan is bevestigd.
- Zadelstrop. Klem die de zadelpen in het frame klemt.
Ketting.
Rem :
- Wielsnelspanner.
- Stelschroef
- Remhevel
Stuur :
- Stuurpen.
- remhendel.
- Shifter. Versnellingsschakelaar.
- Versnellingskabels.
- Remkabels.
- Stuurlint. Wordt om het stuur gewikkeld voor grip en comfort.
Tandwielen.
Wielen :
- Velg.
- Naaf. Onderdeel wat zorgt voor de lagering tussen as en wiel.
- Binnenband.
- Buitenband.
- Spaken.
Zadel :
- Zadelbout.
- Zadelpen. Pen die het frame verbindt met het zadel.
- Zadelpenklem.
Bron Fiets.nl