Eeuwen geleden al, smolten de koeherders uit de Alpen hun kaas boven een vuurtje of op een warme steen. Vervolgens schraapten ze de kaas af en smulden van de warme, smeuge lekkernij. De Fransen noemen het ‘la transhumance’ , het overzomeren van kuddes vee in het hooggebergte. De herders, die ook van juni tot september op de alpenweiden bleven, hadden een voorraadje harde kaas en gerookt vlees bij en ook bloem, waarmee ze platte broden bakten. Hun warme maaltijd bestond uit een homp kaas, die ze op een stok spiesten en dan boven een open vuur hielden.
Raclette is snel en eenvoudig te bereiden, aangenaam om te delen, onweerstaanbaar gezellig en smakelijk en werd dus al vlug in de ganse Alpen populair, waarna hij alle lekkerbekken van de wereld veroverde. Deze maaltijd bleek geliefd in alle seizoenen, want hij past bij de meest uiteenlopende bijgerechten!
Raclette kennen we op twee manieren. Als gerecht, met aardappelen, allerhande regionaal charcuterie-vlees en gesmolten kaas, én als vorm van gourmetten met kaas.
De basis is dat de raclettekaas in een (fondue)pannetje laat smelten en ze opeet met wat oud brood. Je neemt een stuk brood op een lange vork en laat er de kaas overheen lopen. Traditioneel horen er ook zilveruitjes en augurken bij. evenals een seizoenslaatje en gekookte aardappelen . Een bordje met lokaal geproduceerde ham, gedroogd rundvlees en salami, enkele soorten brood en versgemalen peper mogen evenmin ontbreken.
Heerlijk met een fruitige , droge witte wijn.
De echte, originele Zwitserse raclette wordt alleen gemaakt met “de” Raclette Switzerland of “de” Zwitserse Raclette. De Fransen zweren bij een Raclette de Savoie, de Italianen bij Fontina d’Aoste.