Welk verzet kiezen ?

Samen met de makkers op fietsvakantie, een reeks cols beklimmen en ‘s avonds stoere verhalen vertellen over hoge pieken en diepe dalen: heerlijk is dat. zelf ben je mentaal en fysiek helemaal klaar voor zo’n avontuur in de bergen. Maar wat moet er aan de fiets gebeuren? En vooral: met welke versnellingen ga je de cols te lijf?

Toen ik mijn eerste bescheiden stapjes in de wielersport zette zag ik meer ervaren mannen rondom mij telkens weer met een bak kransjes in de weer. Afhankelijk van het parcours stelden ze hun aandrijving voor die dag samen. Ondertussen hebben moderne racefietsen achttien of twintig versnellingen en rijden we met cassettes die vaak uit één stuk bestaan zodat we helemaal geen kransjes meer kunnen wisselen.

De keuze van de juiste versnelling om in de bergen te gaan fietsen is echter bijzonder belangrijk. Er zijn verschillende opties.

Voor u zich zorgen maakt over de keuze van de juiste versnelling moet u een aantal ‘persoonlijke’ zaken goed op een rijtje zetten. En dat moet je zelf doen want niemand kent je beter dan jijzelf. Jij weet welke soort klimmer je bent: een krachtpatser, een fladdertype die met een soepele tred van haarspeld naar haarspeld fladdert of… helemaal geen klimmer. Jij kent ook jouw fietsmakkers en het programma dat jullie gaan afwerken: staat lol voorop of wordt er op het einde van de week een bolletjestrui uitgereikt?

Bedenk vooraf ook hoe vaak je in de bergen gaat fietsen. Als je van plan bent om ieder jaar de cols te gaan platrijden kan je aan bergversnellingen meer geld uitgeven dan als het om een éénmalige onderneming gaat.

Trouwens: net zoals geen enkele fietser debuteert bij de elite met contract is het niet zo verstandig om tijdens je eerste bergfietsvakantie de tweeduizend meter cols aan mekaar te rijgen. Probeer het eerst eens in het middengebergte, genre Zwarte Woud of Vogezen: daar kan je het merendeel van de hellingen nog met je Benelux-versnellingen op en weet je meteen of een klimvakantie iets voor jou is of niet.

 

Kleine kosten

Wie power of overschot heeft zal de minste centen moeten uitgeven aan de aanpassing van zijn ‘laaglandersfiets’ tot klimgeit eerste klas. Voor je naar de fietsenmaker sprint om nieuwe kettingbladen en een nieuwe cassette (en normaal gezien dus ook ketting) moet je goed de capaciteit va jouw derailleurs controleren. Een voorderailleur kan bijvoorbeeld een capaciteit van vijftien tanden hebben. Dat betekent dat het verschil tussen het aantal tanden op het binnenblad en het aantal tanden op het buitenblad maximaal vijftien stuks mag bedragen. 53-39 is dus geen probleem, maar wil je de extreme combinatie van 54 (om als een speer te kunnen afdalen) en 38 (om soepel te kunnen klimmen), dan zal je voorderailleur er niet in slagen om de ketting van het kleine op het grote blad te leggen.

 

IN EERSTE INSTANTIE LIJKT EEN TRIPLE ZEER AANLOKKELIJK MAAR ER ZIJN ADDERTJES ONDER HET GRAS

Rij je met een ‘klassiek’ dubbel voorblad, dan moet je er trouwens niet aan denken om vooraan kleiner dan 38 tands te gaan met je binnenblad. Afhankelijk van het merk van onderdelen dat je gebruikt is de steek van de crank (dat is de diameter van de cirkel van de bladbouten) 130 of 135 millimeter. Een 38-tands binnenblad is het kleinste blad dat juist over die boutencirkel past, kleiner lukt niet. Achteraan is je derailleur ook geen alleskunner, maaar een toestel dat zijn beperkingen heeft.

De meeste achterderailleurs van racegroepen zijn verkrijgbaar met een korte en medium kooi, sommigen bieden nog een extra lange kooi aan. Een derailleur met korte kooi is lichter en omdat de constructie kleiner en stijver is, schakelt zo’n achterderailleur ook sneller en preciezer. Maar precies door die constructie kunnen derailleurs met korte kooi kransjes van 26 (of soms 28) niet meer aan omdat het bovenste derailleurwieltje dan tegen het kransje loopt. Vandaar de noodzaak aan een derailleur met medium of lange kooi.

Belangrijk om weten hierbij is ook dat de  derailleur meer doet dan gewoon schakelen. Het is het apparaat dat er voor zorgt dat de ketting op spanning blijft. Mocht je er voor kiezen om een derailleur met langere kooi te kopen, let dan goed op de stand van het achterwiel. Het kan immers zijn dat een derailleur met korte kooi nog net langs de spaken aan de rechterkant van het wiel kan passeren als je de kleinste versnelling schakelt, maar de langere kooi van de nieuwe derailleur kan dan wel tegen de spaken lopen.

Wees daar zeer voorzichtig mee, het kan immers een dure grap worden (derailleur stuk, spaken kapot, derailleurhanger gebogen of gebroken.) Bij deze nog mijn persoonlijke tip: bezitters van een cyclocrossfiets kunnen vaak het 38-tands binnenblad van hun crossmachine tijdelijk op hun racefiets monteren. Draait een tandje lichter en klimt iets soepeler. Op crossfietsen vind je trouwens meestal medium cage achterderailleurs: ook handig om even snel over te bouwen op je koersfiets!

 

Kleine molen

Triples vallen bij wielertoeristen zeer vaak na de inspanning in de smaak, maar triple aandrijvingen kunnen de rit zelf een stuk leuker maken. Het grote voordeel van een triple aandrijving (crank met drie kettingbladen) is dat deze de min of meer standaard kettingbladen van een dubbel crankstel (53-39 of iets van die grootte) aanvullen met wat Nederlanders ‘het piccolootje’ heten. Dat kleine, derde kettingblaadje met meestal dertig tandjes helpt je de steilste hellingen op.

Bijkomend voordeel is dat je achteraan een cassette kunt gebruiken met relatief kleine stapjes tussen de kransjes, bijvoorbeeld 12-23, zodat  je altijd een zeer goede versnelling vindt om de trapfrequentie waarmee je het liefste rijdt aan te houden. Klinkt in eerste instantie bijzonder aanlokkelijk, maar er zitten addertjes onder het gras. Ten eerste is een triple altijd zwaarder dan een dubbel (een Shimano Ultegra weegt bijvoorbeeld in dubbel versie 823 gram en in triple 922 gram). Ten tweede ben je verplicht om met een derailleur met lange kooi te rijden en die is meestal net iets minder precies én gevoeliger bij valpartijen. Als derde nadeel is er de bredere Q-factor of Q-waarde. Dat is de afstand tussen de twee pedalen.

 

EEN COMPACT AANDRIJVING PROBEERT DE VOORDELEN VAN EEN TRIPLE EN DUBBEL TE VERENIGEN

Omdat een triple crankstel breder is en omdat het kleine binnenblaadje op een langere bracket-as gemonteerd moet worden, zit je op een fiets met triple aandrijving met je knieën verder open dan bij een fiets met twee kettingbladen. De ene persoon voelt er niks van, de andere moet er gruwelijk aan wennen.

Daarenboven zal de grondspeling van je fiets in bochten verminderen, precies omdat de pedalen verder van de middellijn van je fiets staan. Met een triple aandrijving kan je in scherpe bochten dus minder lang blijven doortrappen omdat je dan met de zijkant van het pedaal de grond aan de binnenkant van de bocht zal raken.

 

Compact

Een relatief nieuwe vorm van fietsaandrijving is de compact. Die probeert de voordelen van de triple en de dubbel te verenigen. Het grootste verschil met de andere aandrijvingen is het feit dat een compact crankstel een steek (de bladboutencirkel, weet je nog) van 110 millimeter gebruikt waardoor een binnenblaadje van 34 tanden mogelijk wordt. Meestal wordt daar een 50-tands buitenblad aan gekoppeld wat in combinatie met een bijvoorbeeld 12-25 cassette flink wat mogelijkheden biedt. Jammer genoeg komen er weer wat adders dichterbij gesist.

Vraag uw fietsenmaker vooraf goed of een compact compatibel is met uw derailleurs. Bij het ene merk kan je de compact gewoon monteren en je derailleurs en shifters blijven gebruiken, bij andere merken en modellen van onderdelen moet je zowat alles vervangen en dan wordt het een dure aangelegenheid.

Bijkomende lastigheid van een compact is dat je er op onze vlakke wegen niet altijd een mooie kettinglijn mee kunt aanhouden. Wie gewoon is van op training of tijdens rustige tochten 39×15 te draaien, zal die 5,45 meter die hij per omwenteling aflegt moeilijk kunnen halen met een compact versnelling zonder de ketting scheef te leggen (groot blad voor + groot kransje achter of klein blad voor + klein kransje achter). En als er nu iets is waar kettingen, kettingbladen en kransjes enorm van slijten dan is het wel een slechte kettinglijn.

De Franse onderdelenfabrikant TA heeft evenwel een goede oplossing in huis. TA heeft immers een binnenblad met de klassieke 39 tanden op een steek 110 en buitenbladen met diezelfde boutencirkel en… 53 tandjes! Met andere woorden: voor je klimvakantie hoef je slechts de twee kettingbladen te veranderen (de 36-50 erop) en een nieuwe ketting te leggen, als je terug komt van de cols monteer je dan weer 39-53 en je kan het hele jaar met dezelfde aandrijving rijden. En dan zitten we weer met dezelfde minimale kosten als bij optie 1 en is de cirkel rond.

 

 

Bron: Grinta! 8  Tekst: Bart De Schampheleire

2 thoughts on “Welk verzet kiezen ?”

  1. Roland schreef:

    Ik rij thuis met een 39/52 en achteraan 12/13/14/15/16/17/19/21/23/25 en fiets meestal 39/17 en 19,
    Op verlof neem ik een andere fiets met triple 30/40/50 en achteraan 14/15/16/17/19/21/23/25/27 (negen bloc) en héél dikwijls heb ik de kleinste versnellingen 30-23-25 en 27 nodig zonder dat ik overschot heb. Als 74 jarige zou ik nog liefst kleiner gaan en dus is een compact voor mij niet nuttig.

    1. Fida schreef:

      Hey Roland.
      Dank voor uw reactie.
      Uw opmerkingen bevestigen dat de keuze compact-triple een heel persoonlijke keuze is. Je hebt voor jou de keuze gemaakt die het meest fietscomfort verzekert.
      Maar vooral : hoedje af voor wat jij presteert. Alle respect !
      Kan je ons iets vertellen over waar je je fietsvakanties het lieftse doorbrengt ?
      mvg
      uw Fietsen in de Alpen – team

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Meest gelezen

Savoie, als wijnstreek het ontdekken waard

De Savoie is als wijnstreek het ontdekken waard, alleen al omwille van de 4 unieke druivensoorten.  In dit wijngebied treft u 23 verschillende druivenrassen en 20 kwaliteitswijnen aan waarvan 4 […]

Ultegra_6800_line_up_R

Shimano groepen op een rijtje

Het kwaliteitsniveau van de Shimano groepen wordt aangegeven door de bekende productnamen.   Maar welke moeten we nu kiezen ?  We rangschikken ze voor u van de kwalitatiefste (en duurste) naar […]